Op reis naar mezelf

Gepubliceerd op 20 november 2016 om 18:21

Dit verhaal gaat over een meisje. 

Ze was nog geen uur oud, of ze moest al knokken voor haar leven. 

Haar vader, oudste van het gezin, had nog 3 zusjes. Hij kwam uit een hard werkende ondernemersfamilie. Niet lullen, maar doen! Opgeven is geen optie! Tijd is geld. Zorg dat je altijd een half uur te vroeg bent, ipv een minuut te laat! Vertrouwen is goed, controle is beter! 

Haar moeder, oudste van een echte Duitse familie. Ze had nog 1 broertje. Goed, is niet goed genoeg! Alles moet precies en perfect! Keine Hectic bitte! Immer mit die Ruhe! Vertrouw niemand!  

 

Toen ze 17 waren, hebben ze elkaar leren kennen in Spanje. Hevig verliefd reisden ze ieder weekend op en neer naar Duitsland. Toen ze in verwachting raakten, moesten ze hals over kop trouwen met elkaar. Ondanks de miskraam, trouwden ze en gingen ze in Haarlem wonen. Toen ze 23 waren kregen ze een meisje. 

Haar vader had net de familie ingelicht dat hun eerste kindje helemaal gezond ter wereld was gekomen. Alles zat erop en eraan. Iedereen was zo gelukkig! Tijdens de eerste voeding bleek echter dat het niet goed zat. Haar slokdarm was niet met de maag, maar met haar longen verbonden. Met spoed werd ze naar het VU vervoerd, om geopereerd te worden. Haar vader achter de ambulance aan. Haar moeder moest thuis herstellen van de zwangerschap.  

Toen het meisje 5 jaar was, moest ze weer geopereerd worden. Dit keer in het AMC, aan haar hart. In die tijd was het zo dat haar ouders ’s nachts naar huis moesten. Denk je maar eens in, dat je 5 jaar bent en een hartoperatie moet ondergaan. Je bent bang. Bang voor alle prikken. Bang voor de operatie, de slangetjes, de pijn, en het aller bangst nog voor die eenzame, donkere nachten, in dat grote ziekenhuis, zonder je vader of je moeder. En de broeder die je niet begrijpt en zegt dat je nu echt moet stoppen met huilen en moet gaan slapen. 

Toen het meisje 13 jaar was, begon haar moeder te veranderen. Ze was boos. Zo vaak was ze boos. Haar ouders kregen steeds meer ruzie. Over de drank die haar moeder gebruikte. En haar moeder verweet haar, dat het haar schuld was. Zij was aan het veranderen, zij had haar moeder plotseling niet meer nodig. Ze ging op eigen benen staan. Al die jaren had haar moeder zichzelf helemaal weggecijferd en gegeven voor haar kinderen en nu hadden ze haar niet meer nodig. Ze voelde zich waardeloos. Ze zocht een nieuwe uitdaging en raakte in een burn-out. 

Toen het meisje 15 jaar was, raakte haar moeder in een psychose. Er was complete paniek. Het meisje moest zowel haar vader als haar moeder kalmeren. De dokter kwam. Eigenlijk moest haar moeder opgenomen worden, maar dat was een schande voor haar vader. Dat kon echt niet, hij was directeur! Dus gingen ze met het hele gezin een aantal weken bij de ouders van vader wonen. Dat botste enorm. Uiteindelijk zijn ze toch maar weer thuis gaan wonen en zorgden het meisje en haar vader dat het gezin draaiende bleef, terwijl haar moeder niet meer verder wilde leven. Haar broertje was heel erg opstandig. Ze kon hem wel wat aandoen, straks zou hij het op zijn geweten hebben dat haar moeder er straks een eind aan maakte! Zelf probeerde ze zo lief en goed mogelijk alles te doen. Maar het was nooit goed genoeg. Iedere dag deed ze haar best en als ze dan iets vergat, werd er op haar gemopperd. Haar broertje deed nooit wat en als hij dan 1x iets deed, werd hij de hemel in geprezen!  

Het ergste was als haar vader het ook niet meer zag zitten. Hij was altijd sterk, maar er waren momenten dat hij er helemaal doorheen zat. Dan kwam hij naar zijn dochter toe en zei huilend dat hij het niet meer aankon. Dat hij zijn handen ervan af zou trekken. Het meisje werd boos en zei dat hij juist altijd had geleerd dat je nooit mag opgeven. Ze zorgde ervoor dat hij het toch weer volhield. Ze voelde zich zo verantwoordelijk! 

Langzaam ging het steeds beter. Toch bleef die angst sluimeren dat er weer een terugval zou komen.  

Toen het meisje 21 was, kreeg ze verkering. Net als ze dat bij iedereen deed had ze hem ook op een voetstuk geplaatst. Ze keek tegen hem op. Hij was stoer en trok zich niets aan van anderen. Helemaal niet van autoriteiten. En zij was haar brave tut-imago helemaal zat. Ze wilde ook eens een keer stout zijn, maar durfde dat niet, omdat ze bang was dat iemand haar dan niet meer aardig zou vinden. Hij durfde dat wel en dat vond ze geweldig! 

Toen ze wilden samenwonen kwam ze erachter dat hij 60.000 gulden schuld had. Natuurlijk gaf ze al haar spaargeld op en hielp ze hem om binnen een jaar 30.000 gulden af te lossen. Haar vader zou dan de andere helft omzetten in een renteloze lening en later werd dat een schenking naar haar. Nu konden ze samen een huis kopen. Een nieuwbouwhuis dat nog gebouwd moest worden. Nog voordat het huis klaar was, hadden ze al zo veel ruzie, maar ze was nog steeds tot over haar oren verliefd op hem dat ze alle signalen negeerde. Vanaf de eerste dag dat ze de sleutel kregen, begonnen de ruzies steeds vaker te escaleren. Hoe ze ook haar best deed, hij werd overal boos over. In het begin kon hij haar een week lang negeren, zonder dat ze enig idee had waarom hij nou boos was. Ze vloog tegen de muren op. Ze dacht dat het allemaal aan haar lag en zocht hulp om te veranderen. Het ging een tijdje iets beter. Ze dacht dat ze nu alle problemen overwonnen had en wilde haar allergrootste wens in vervulling laten gaan.  

Ze kregen samen een zoon. Een week lang zat ze volledig op een roze wolk. Daar is ze heel hard vanaf gevallen. Hij was onverzadigbaar. Wilde alleen maar bij haar zijn, gewiegd worden, gevoed worden, sliep niet, huilde heel veel. En bij ieder huiltje dacht ze, ik doe het vast niet goed. Ze kon op een dag niet eens gaan plassen, want dan voelde ze zich schuldig. Haar vriend kon er niet tegen en zorgde dat hij steeds minder vaak thuis was. Ze stond er alleen voor. Ze raakte uitgeput en de ruzies begonnen weer. Ze liepen ook steeds meer uit de hand. Ze zat onder de blauwe plekken. Maar die voelde ze niet. Die kon je verbergen. Wat echt pijn deed, was het spugen in haar gezicht. En de denigrerende woorden, dat ze een vies, vet, lui varken was…. Maar opgeven was geen optie. Ze had immers geleerd, wie A zegt, moet ook B zeggen! 

 

En het verhaal gaat over een vrouw… 

Een sterke vrouw, met 2 kinderen. Een jongen en een meisje.  

Al 11 jaar woon ik alleen met mijn kinderen in mijn eigen huisje, met een lekkere tuin. Ik heb een eigen auto. Ik werk op een basisschool en ben goed in wat ik doe. 

Ik heb een enorme wilskracht. Mijn power zorgt ervoor dat ik iedere situatie aankan, hoe moeilijk en zwaar ook. Het zorgt ervoor dat ik nooit bij de pakken neer ga zitten, maar altijd op zoek ga naar een oplossing. Ik geloof erin dat ik van alles wat er op mijn pad komt iets kan leren en heb vertrouwen dat het gebeurt, zoals het gebeuren moet. 

Als klein baby’tje heb ik al leren vechten. Ik was 1 van de eerste bij wie de slokdarmoperatie gelukt was in Nederland. Alle andere kindjes daarvoor met dezelfde aandoening hadden de operatie niet overleefd.  

Ik leerde als kind dat ik me nooit hoefde te schamen voor mijn littekens. Die zorgden ervoor dat ik nog leefde. Ik leerde ook hoe fijn het was dat iedereen altijd zo meeleefde en hoe hecht mijn familie was. Er hoefde maar iets te zijn en de hele familie stond klaar. 

Ik heb nu nog veel vrienden en familie om me heen die er voor me zijn en me door moeilijke tijden heen gesleept hebben. Het feit dat er zoveel mensen van mij houden en met mij mee leven, geeft me een rijk gevoel.  

Mijn open en vriendelijke houding zorgt ervoor dat overal mensen contact zoeken met mij en vriendelijk terug doen. Mensen vertrouwen me en durven zich snel open te stellen bij mij.  

Ik kan erg tevreden zijn met kleine dingen. Dat leer ik mijn kinderen ook. Ik heb bijzondere kinderen. Mijn zoon lief, gevoelig, sociaal en enthousiast en mijn dochter vol zelfvertrouwen, sterk, creatief, assertief, eigen-wijs, gevoelig, staat graag in het middelpunt op een podium en durft alles wat ik zelf als klein meisje nooit gedurfd heb. Mijn boosheid heeft ervoor gezorgd dat ik niet meer over mijn grens liet gaan. Ondanks mijn angst, ben ik weggegaan uit mijn vertrouwde leven. Ondanks mijn faalgevoel heb ik ervoor gekozen om voor mijn geluk te gaan. Om afstand te doen van mijn toekomstdroom en een nieuwe droom te maken. 

Ondanks alle verdriet en angst, ben ik trots, mega trots op wat ik bereikt heb.  

Ik dacht dat ik het allemaal niet alleen kon. Dat ik te zwak was. Maar ik ben enorm sterk. 

Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb meegemaakt in mijn leven. Het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. Een vrouw met zelfrespect en zelfvertrouwen. Die enorm kan genieten, en ook nog af en toe kan stressen en angsten kent, maar daar werk ik aan. 

Ik ben goed genoeg!